Kristoff Bonne
2006-03-26 00:32:43 UTC
Gegroet,
Eventjes tussen de discussies over het nut of onzin van de
openbare/publieke omroep en welke vorm van digitale radio AM en FM gaan
vervangen, eventjes een vraagjes over heel iets anders.
Ik ben de laatste tijd nogal geïnteresseert geraakt in de vroege
geschiedenis van de radio. Daarom probeer ik her en der informatie
daarover te vinden.
Eventjes een aantal vragen. Mogelijk kan iemand me hiermee helpen:
- In het begin waren de radio "vonken-radios" die -voor zover ik het
goed begrijp- eigenlijk gewoon een puls "radio-vuiligheid" de ether in
stuurden die door de ontvanger opgevangen werd als een uitdovende "puls".
Wat mij eigenlijk niet erg duidelijk is, is hoe dat men eigenlijk zo'n
toestel op een bepaalde frequentie afstelt. Kan iemand dat eens
uitleggen. Als je een "vonk" maakt, dan stoort dat toch ongeveer op elke
frequentie, of niet?
Moet ik me hier iets bij voorstellen zoals de storing van bliksem, of
klopt dit niet?
Welke frequenties kon men hier eigenlijk bereiken met een vonken-zender?
- De volgende stap is dat men gebruikt maakt van "alternators", wat -als
ik het goed begrijp- een mechanische manier is om een bepaalde
frequenties op-te-wekken. Klopt dit?
Dit was o.a. mogelijk voor "radio" uitzendingen (m.a.w. geluid,
"téléphonie sans fil") i.p.v. "telegrafie" (télégraphie sans fil).
Tot welke frequenties kon men toen eigenlijk bereiken?
Alle documenten die ik tegenkom spreken over frequenties van enkele
tientallen KHz-en. (of zouden we hier nu Kc's moeten gebruiken. :-))
Ik las ergens iets van maximaal 100 Kc/s, klopt dit?
Aangezien die dingen blijkbaar gigantisch groot zijn, mag ik dan hieruit
besluiten dat de vonken-zenders nog een hele tijd in gebruik waren en
alternators enkel gebruikt werden voor "radio" en men voor telegrafie
men vonkenzenders bleef gebruiken?
- Vanaf de komst van de electronen-buizen zijn die blijkbaar de
alternators gaan vervangen?
Wat mij een beetje verwonderd is dat de electronenlamp uitgevonden werd
in 1907, maar dat de eerste uitzendingen in België (de fameuze
uitzendingen vanuit het Koninklijk paleis in Laken) in 1913 (6 jaar
later dus) al op 165 Khz gebeurden.
Was dat dan met buizen of met alternators?
Wanneer werden buizen eigenlijk gebruikt voor radio-zenders?
Hoe snel is men dan eigenlijk hogere frequenties kunnen gebruiken?
"Radio Belgique" (in 1922) werkte al in het middengolf spectrum (732 Khz).
- Wat mij interesseert is hoe snel de technologie gekomen om nog hogere
frequenties te kunnen gebruiken?
Ik heb ooit ergens gelezen dat men zelfs in de 2de wereld-oorlog al
systemen had in het VHF gebied (o.a. voor de luchtvaart) op honderden
Mhz e.d.
Misschien een domme vraag, maar als mens die nooit de electronen-buizen
gekend heb (de transistor was er al als ik geboren werd) heb ik hier
eigenlijk geen enkel idee van.
Hoe hoog in frequentie kan men eigenlijk gaan met electronen-buizen?
Dank bij voorbaat, en
Cheerio! Kr. Bonne (on1arf)
Eventjes tussen de discussies over het nut of onzin van de
openbare/publieke omroep en welke vorm van digitale radio AM en FM gaan
vervangen, eventjes een vraagjes over heel iets anders.
Ik ben de laatste tijd nogal geïnteresseert geraakt in de vroege
geschiedenis van de radio. Daarom probeer ik her en der informatie
daarover te vinden.
Eventjes een aantal vragen. Mogelijk kan iemand me hiermee helpen:
- In het begin waren de radio "vonken-radios" die -voor zover ik het
goed begrijp- eigenlijk gewoon een puls "radio-vuiligheid" de ether in
stuurden die door de ontvanger opgevangen werd als een uitdovende "puls".
Wat mij eigenlijk niet erg duidelijk is, is hoe dat men eigenlijk zo'n
toestel op een bepaalde frequentie afstelt. Kan iemand dat eens
uitleggen. Als je een "vonk" maakt, dan stoort dat toch ongeveer op elke
frequentie, of niet?
Moet ik me hier iets bij voorstellen zoals de storing van bliksem, of
klopt dit niet?
Welke frequenties kon men hier eigenlijk bereiken met een vonken-zender?
- De volgende stap is dat men gebruikt maakt van "alternators", wat -als
ik het goed begrijp- een mechanische manier is om een bepaalde
frequenties op-te-wekken. Klopt dit?
Dit was o.a. mogelijk voor "radio" uitzendingen (m.a.w. geluid,
"téléphonie sans fil") i.p.v. "telegrafie" (télégraphie sans fil).
Tot welke frequenties kon men toen eigenlijk bereiken?
Alle documenten die ik tegenkom spreken over frequenties van enkele
tientallen KHz-en. (of zouden we hier nu Kc's moeten gebruiken. :-))
Ik las ergens iets van maximaal 100 Kc/s, klopt dit?
Aangezien die dingen blijkbaar gigantisch groot zijn, mag ik dan hieruit
besluiten dat de vonken-zenders nog een hele tijd in gebruik waren en
alternators enkel gebruikt werden voor "radio" en men voor telegrafie
men vonkenzenders bleef gebruiken?
- Vanaf de komst van de electronen-buizen zijn die blijkbaar de
alternators gaan vervangen?
Wat mij een beetje verwonderd is dat de electronenlamp uitgevonden werd
in 1907, maar dat de eerste uitzendingen in België (de fameuze
uitzendingen vanuit het Koninklijk paleis in Laken) in 1913 (6 jaar
later dus) al op 165 Khz gebeurden.
Was dat dan met buizen of met alternators?
Wanneer werden buizen eigenlijk gebruikt voor radio-zenders?
Hoe snel is men dan eigenlijk hogere frequenties kunnen gebruiken?
"Radio Belgique" (in 1922) werkte al in het middengolf spectrum (732 Khz).
- Wat mij interesseert is hoe snel de technologie gekomen om nog hogere
frequenties te kunnen gebruiken?
Ik heb ooit ergens gelezen dat men zelfs in de 2de wereld-oorlog al
systemen had in het VHF gebied (o.a. voor de luchtvaart) op honderden
Mhz e.d.
Misschien een domme vraag, maar als mens die nooit de electronen-buizen
gekend heb (de transistor was er al als ik geboren werd) heb ik hier
eigenlijk geen enkel idee van.
Hoe hoog in frequentie kan men eigenlijk gaan met electronen-buizen?
Dank bij voorbaat, en
Cheerio! Kr. Bonne (on1arf)